De muis heeft een groot aanpassingsvermogen. Muizen zijn uitstekende klimmers, kunnen tot wel 30 centimeter hoog springen en ruiken als de beste. Muizen zijn niet bang en eten zo’n beetje alles, vooral vetrijk voedsel, peulvruchten en granen.
Gemiddeld eet een muis zo’n 3 tot 5 gram per dag, bij voorkeur op rustige beschutte plaatsen. Ze hebben weinig behoefte aan vocht, daardoor kunnen ze zeer droge omstandigheden overleven. Ze leven vooral in gebouwen onder de vloeren, op zolders, achter wanden, boven of in isolatiemateriaal en in of onder opgeslagen materialen. Ze zijn vooral ´s nachts actief.
De uitwerpselen (zwart, 3-8 mm lang en 1-3 mm dik) worden verspreid aangetroffen en worden vrij snel hard. De huismuis laat sleepsporen van de staart achter, buiksmeer op veel belopen randen en knaagsel van onder meer isolatiematerialen. Huismuizen kunnen allerlei ziektekiemen verspreiden. Ze bevuilen voedselvoorraden met uitwerpselen en urine. Ook veroorzaken ze knaagschade aan verschillende producten en materialen, zoals kabels.
Omdat muizen zich door heel kleine openingen kunnen wurmen, is het belangrijk kleine openingen in buitenmuren te verkleinen tot maximaal een halve centimeter breedte. Dat kan met behulp van muizenroosters of bijenbekjes.
Dicht gaten, scheuren en kieren in muren en vloeren en ruim afval goed op. Voorkom schuilplaatsen door langdurige opslag te vermijden en in loodsen goederen vrij van de wanden te houden.
Bestrijding van muizen is zinloos zonder goede wering en andere preventiemaatregelen. Dat is dus altijd een belangrijke stap, ook als er al muizen aanwezig zijn. Als bestrijding toch nodig is, dan hebben klemmen en vallen eerst de voorkeur. Gif moet je eigenlijk pas gebruiken als vallen en klemmen niet goed werken. Gif is dus een laatste redmiddel.
Wij maken graag een passend bestrijdingsplan. Neem contact met ons op.